Noël Cuppens
Al van jongs af aan heeft Noël Cuppens het bakkersvak van dichtbij meegemaakt. Zijn ouders hadden een eigen bakkerij waarin hij meehielp. Totdat hij de kans kreeg om samen met zijn vrouw Marleen zijn eigen zaak te openen.
Dat het hard werken zou worden was duidelijk. Maar dat hard werken ook loont, hebben Noël en Marleen maar al te goed bewezen.
Bij de bakkerij van zijn ouders was Noël al werkzaam als bezorger. Dat deed hij met veel plezier. Eerst met de fiets, later met de auto. Hij kwam graag bij de mensen thuis. De bakkerij had een vaste klantenkring en zo zag Noël vaak dezelfde mensen, soms wel meerdere keren per week. Doordeweeks voor het brood, in het weekend voor gebak.
Hoewel Noël eigenlijk altijd sportleraar wilde worden, volgde hij op dat moment ook een opleiding aan de bakkersschool. Omdat hij thuis de oudste was, werd voor hem besloten dat hij het bakkersvak van zijn vader moest gaan overnemen. Hoewel hij eigenlijk meer thuis was dan op school, heeft hij er toch veel geleerd. Met een eigen bakkerij als gevolg.
Van leerling tot meesterbakker
Zoals gezegd moest in die bakkerij hard worden gewerkt. Om half vier ’s ochtends stonden de ovens alweer aan. Dag in, dag uit. Tot een uur of twee ’s middags werd er gebakken, waarna de zaak nog tot het einde van de middag was geopend.
Omdat het leven in de bakkerij voor Marleen nog nieuw was, heeft ze alles op de werkvloer moeten leren. “Maar”, zo stelt Noël, “ze is op die manier wel de beste bakker geworden die ze kon zijn.
Later kreeg het stel steeds meer hulp. Er kwam iemand fulltime in dienst en ook familie bood veel hulp en steun.
De ambacht van het bakken
In de bakkerij van Noël en Marleen was alles vers. Hun bakkerij was een echte ambacht en ze werkten op deze manier tot aan hun pensioen. Tegenwoordig wordt veel bakkerswerk machinaal gedaan. Daar is niks mis mee, maar de ziel van het brood gaat hierdoor verloren, aldus Noël.
Als een bepaald product niet meer op voorraad was, dan was het ook echt op. Maar dan was er gelukkig wel nog genoeg ander aanbod. En omdat de bakkerij veel vaste klanten mocht ontvangen, konden ze gemakkelijk inspelen op hun wensen.
Kwaliteit door seizoensproducten
Noël en Marleen speelden met hun producten vaak in op de seizoenen, waardoor het fruit altijd de beste kwaliteit had. De twee bakkers waren een écht ambachtsstel. Alle producten waren huisgemaakt.
De reis naar de bakkerij was voor de mensen vaak duurder dan de delicatessen die ze mee naar huis namen. De kwaliteit van de verse producten wierp dus letterlijk en figuurlijk zijn vruchten af.
Noël en Marleen waren dus duidelijk goed op elkaar ingespeeld en gaven elkaar de ruimte om hun eigen ding te doen. Hun hele leven stond hun familie dichtbij hen en dat is waar ze het meest dankbaar voor zijn. Noël en Marleen draaiden samen altijd lange dagen, maar alleen op deze manier konden ze hun droom waarmaken: het hebben van hun eigen bakkerij.
De recepten die zij door de jaren heen hebben ontwikkeld zijn nu vastgelegd in het Grote Regionale Bakboek.